Bijna een maand geleden, dat ik de moeite nam, om nog eens een kijkje op mijn blog te nemen. Verrassing! Ik zie verschillende reacties op mijn vorige spinsels, van mij nauw aan het hart liggende mensen. Fijn van jullie nog eens te lezen, zo’n dingen houden mijn pen schrijvende! Tja, we zijn inderdaad bijna aan het eind van de zomervakantie beland. We sloegen ons moedig door bubbels, die van klein naar groot gingen, om dan weer te krimpen. We maskerden de ganse zomer, niet alleen op de zeedijk en in drukke winkelstraten, maar op het ganse grondgebied Nieuwpoort. We volgden gedwee de richtingsaanwijzingen voor voetgangers en fietsers. Kortom … we deden wat we hoorden te doen. Straks mag het weer wat losser en daar snakken we wel naar, want zomeren in coronamodus vergt toch heel wat energie, gewoon omdat je hersenpan nooit in rust is. Laten we hopen, dat het goed komt en dat we volgend jaar weer een beetje gewoon onze gang kunnen gaan. Naar zoiets zullen onze ouders, kinderen bij de aanvang van de tweede wereldoorlog, ook wel gesnakt hebben. Ik stond en sta er vaak bij stil. Hoe zij zich moeten gevoeld hebben gedurende die vijf jaar van vechten, bezetten, bombarderen, vluchten. Daar is ons virusje klein bier tegen. Mijn moeder was toen negen. Ze moest dagelijks met de fiets naar de boeren, ook op bitterkoude winterdagen, om vis te ruilen voor melk en boter. En toch beweerde ze altijd, dat het toen een mooie tijd was. Wat met onze grootouders? Zij kregen twee wereldoorlogen op hun bord. En toch hebben die mensen, die ontzettend veel leed meemaakten, telkens het hoofd opgericht en hun leven weer in handen genomen. Wij moeten dus niet te veel zeuren over mondmaskers, bubbels en beperkingen. We moeten het hoofd niet laten hangen. Wij lijden geen honger, zwemmen nog steeds in overdaad. Laten we een voorbeeld nemen aan onze grootouders en ouders en laten we dat een beetje doorgeven aan onze (door ons) te veel verwende kroost. We zijn nu even vogelvrij verklaard, maar met wat geduld en inzet kunnen we straks weer vrij vliegen.
Tot zover het virus. Tijdens de voorbije weken kregen we ook kleinkids over de vloer. Eerst kwam onze oudste kleindochter in aanmerking. Ze had er al een paarden- en chirokamp op zitten en nu was het haar beurt om te komen ‘stranden’. Leuke meid van elf, waar je al wat ‘grotere’ dingen kunt mee doen. Fietsen van stad naar bad, heksenzoektocht, puzzelen, kraaltjeskunstwerkjes maken. Niks enorm, maar dat vroeg ze ook niet. Halfweg de week, kwam ter aflossing, onze jongste kleindochter. Een schatje van zes. Dat was andere koek! Onze elfjarige wou niet naar huis, wou nog enkele dagen blijven. Onze zesjarige wou niet dat de oudste bleef, want ze wou in haar ééntje logeren. Drama ten huize Dorné! De éne intriest, de andere luid snikkend met krokodillentranen. Het vergde enige ‘diplomatie’, maar uiteindelijk bleven ze dus toch met hun beidjes. Volgens de jongste bleek dat, een half uurtje na de genomen beslissing, het met haar zus niet zo ‘saai’ was als ze gedacht had. Binnenpretjes! Op één van de warmste dagen, trokken we ’s avonds naar het strand. Een groot bord waarschuwde ons, dat het strand volzet was en we op een andere dag een plekje moesten reserveren. Kon niet volgens mij en dus gingen we een kijkje nemen. Er was nog veel beweging, maar ook plaats op overschot. Het werd een droom van een strandavond. De meisjes genoten van zand en water en ik, ik mijmerde weg naar mijn kindertijd, naar de zomerse avonduurtjes toen we als kind wat langer mochten opblijven en het strand onveilig maakten (we woonden op de zeedijk). En ik dacht aan mijn vader, die telkens de opdracht kreeg om ons te komen zoeken, omdat het bedtijd werd. En ik weet nog, dat we nooit naar huis wilden, omdat het zo mooi was de zon te zien zakken in de zee, gezeten op het dak van één van de vele strandkabientjes (huisjes). Mijmeringen op een zwoele zomeravond!
Eén reactie
Hallo Doris,
Blij dat je terug bent…ik was al een beetje ongerust, toch niet ziek ? vroeg ik mij af. Maar het was ook wel heel warm de laatste drie weken, en dan bezoek van jouw kleinkinderen, en de tijd vliegt…gelukkig zijn we zelf piloot ! (soms)
Ik heb mij ook dezelfde bedenkingen gemaakt als jij lees ik….mijn ouders waren in de ‘ fleur’ van hun jonge leven toen de tweede wereldoorlog begon!
Hoe gingen zij daarmee om, kan ik mij nu afvragen…niet weten voor hoelang, geen werk meer, gevaar om elke hoek, en wellicht honger geleden.
Dus zeker niet klagen en zagen, want we hebben inderdaad niets tekort!
Laat ons het hoofd koel houden….en de rest ook!
groetjes, ginette